Loop je tegen een rijtechnisch probleem aan of wil je de bewegingen van je paard op een efficiënte manier verbeteren? Met het geavanceerde EquiMoves sensorsysteem kunnen de bewegingen van het paard zeer gedetailleerd in kaart worden gebracht.

Dit systeem bestaat uit 7 draadloze sensoren die aan het paard worden bevestigd. De metingen kunnen zowel tijdens het rijden worden uitgevoerd als aan de hand/longe. De symmetrie van de beweging wordt geregistreerd door sensoren op de bovenlijn. De timing en beweging van de benen worden nauwkeurig gemeten door sensoren aan de onderbenen. Iedere sensor voert 200 metingen per seconde uit. Ter vergelijk: het menselijk oog is slechts in staat om 20 beelden per seconde waar te nemen.

Bewegingsanalyse van de training onder het zadel

Kleine verschillen in symmetrie en timing van de beweging kunnen zeer accuraat worden gemeten. Vanuit deze metingen kunnen we problemen die je als ruiter tegenkomt bij het rijden ontrafelen, zelfs als deze met het blote oog niet of nauwelijks waar te nemen zijn. Denk hierbij aan lastigheden bij het rechtrichten, aanleuning, lengtebuiging en takt. Ook kunnen subtiele kreupelheden vroegtijdig worden herkend.

Bewegingsanalyse aan de hand en longe

Het EquiMoves systeem kunnen we ook inzetten bij het bewegen aan de hand en aan de longe. Daarbij analyseren we de bewegingen op de harde bodem rechtuit en op de harde volte in stap en draf. Op de zachte volte meten we hoe het paard beweegt in stap, draf en galop. Het effect van buigproeven op de beweging kunnen we ook in kaart brengen.

Op deze manier kunnen we kreupelheden objectief meten en de voortgang van revalidatie over de tijd volgen. Subtiele kreupelheden en veranderingen in symmetrie kunnen we vroegtijdig signaleren. Ook geeft de bewegingsanalyse van het onbelaste paard veel informatie over de (natuurlijke) scheefheid van het paard en de manier van compenseren.

Wat meten de sensoren?

Sensoren bovenlijn:

De sensoren op de bovenlijn meten de verticale bewegingen van hoofd, schoft en sacrum (kruis). Ook de symmetrie van de bewegingen van de bovenlijn tijdens de afzet- en landingsfase wordt gemeten. Op deze manier kan bepaald worden of het paard één of meer benen ontziet in de beweging en op welke manier.

Sensoren aan de benen:

Timing/ritme: de volgorde waarin de voeten aan de grond worden geplaatst.

Pasduur en aantal passen per seconde.

Protractie en retractie: hoever wordt elk been naar voren en/of naar achteren bewogen?

Duur van de standfase en swingfase: hoe lang is elk been aan de grond en hoe lang is elk been in de lucht?

Abductie en adductie: hoever wordt elk been naar buiten en naar binnen geplaatst?